De meest voorkomende symptomen die erop kunnen duiden dat de baby tongprooi heeft, zijn onder andere:
- Moeilijkheid om de tong van bovenaf op te tillen;
- Moeilijkheid om de tong zijwaarts te bewegen;
- Moeite met het uitsteken van de tong, voorbij de onderliggende tanden;
- Taal in de vorm van een knoop of hart wanneer het kind het uitdooft;
- De baby bijt de tepel van de moeder in plaats van hem te zuigen;
- De baby voedt zich slecht en heeft honger vlak na de borstvoeding;
- De baby kan niet aankomen of groeit langzamer dan verwacht.
De aangebonden tong, wetenschappelijk kortweg de tongrem genoemd, is een genetische verandering, waarbij het stuk huid dat de tong met de mond verbindt, een teugel genoemd, korter en strakker is, waardoor het moeilijk is om de tong te bewegen.
De vastzittende tong wordt echter door een chirurgische ingreep genezen om de tong in bedwang te houden, wat niet altijd nodig is omdat in sommige gevallen de ingesloten tong spontaan verdwijnt of geen problemen veroorzaakt.
Foto's van prooientong
Problemen veroorzaakt door gevangengenomen taal
De tong die vastzit in de baby kan problemen veroorzaken bij het geven van borstvoeding, omdat de baby het moeilijker heeft om de borst goed te zuigen, bijt op de tepel in plaats van hem te zuigen, wat erg pijnlijk is voor de moeder. Door in te grijpen in de borstvoeding, veroorzaakt de ingesloten tong ook dat de baby slecht voedt, snel hongerig wordt na het zogen en niet het verwachte gewicht bereikt.
Bij oudere kinderen kan de vastzittende tong spraakproblemen veroorzaken, de mondhygiëne verstoren, ruimte creëren tussen de onderste voortanden of zelfs de kus verstoren of een blaasinstrument bespelen zoals fluit of klarinet.
Hoe tongval te behandelen
De behandeling van de aangehouden tong is alleen nodig wanneer het voeden van de baby wordt beïnvloed of wanneer het kind problemen heeft met de spraak, en het is een operatie om de taalrem af te snijden, zodat de tong kan bewegen.
De operatie voor tongprooi is snel en het ongemak is minimaal, omdat er maar weinig zenuwuiteinden of bloedvaten in de tongbeugel zitten en na een operatie is het mogelijk om de baby normaal te voeden.
Spraak-taal pathologie wordt ook aanbevolen wanneer het kind spraakproblemen heeft, en na de operatie, door oefeningen die de tongbeweging verbeteren.