Het Mini Mental State Exam, oorspronkelijk bekend als Mini Mental State Examination, of gewoon Mini Mental, is een type test waarmee je snel iemands cognitieve functie kunt beoordelen.
Deze test kan dus niet alleen worden gebruikt om te beoordelen of iemand een cognitief tekort heeft, maar ook om de mentale functie van ouderen met dementie in de loop van de tijd te beoordelen. Met deze evaluatie is het mogelijk om de uitkomst van de behandeling te evalueren, bijvoorbeeld omdat, als het resultaat verbetert, dit een teken is dat de behandeling een positief effect heeft.
Hoe is het examen gedaan?
Het Mini Mental State Exam evalueert 5 belangrijke gebieden van cognitieve functie, waaronder oriëntatie, retentie, aandacht en berekening, herinnering en taal.
Elk gebied heeft een reeks vragen die, indien correct beantwoord, tot 1 punt toevoegen voor elk correct antwoord:
1. Oriëntatie
- In welk jaar zijn we?
- Welke maand zijn we?
- Op welke dag van de maand zijn we bezig?
- In welk seizoen zijn we?
- Op welke dag van de week zijn we bezig?
- In welk land zijn we?
- In welke staat / district woon je?
- Waar woon je?
- Waar zijn we nu?
- Op welke verdieping zijn we?
Voor elk juist antwoord moet 1 punt worden toegewezen.
2. Retentie
Om bewaring te evalueren, moet u 3 verschillende woorden voor de persoon zeggen, zoals "Peer", "Kat" of "Bal" en de persoon vragen om deze te versieren. Na een paar minuten moet je de persoon vragen om de 3 woorden te herhalen en voor elk correct woord moet je 1 punt geven.
3. Aandacht en berekening
De aandacht en de berekening kunnen worden geëvalueerd door middel van een eenvoudige techniek die bestaat uit het vragen van de persoon om te gaan tellen van 30 naar achteren, waarbij altijd 3 getallen worden afgetrokken. Je moet minstens 5 nummers vragen en voor iedereen een punt toewijzen.
Als de persoon er niet in slaagt om af te trekken, moet men doorgaan met het aftrekken van de drie getallen van het aantal dat als verkeerd werd gegeven. U moet echter slechts één enkele fout toestaan bij het aftrekken.
4. Evocatie
Deze evaluatie moet alleen worden uitgevoerd als de persoon de 3 woorden in de "retentie" -test heeft onthouden. In dit geval moet u de persoon vragen de 3 woorden opnieuw te zeggen. Voor elk juist woord moet je jezelf 1 punt geven.
5. Taal
In deze groep moet je een aantal vragen stellen:
a) Laat het polshorloge zien en vraag: "Hoe heet dit?"
b) Laat een potlood zien en vraag: "Hoe heet dit?"
c) Vraag de persoon om de zin "De rat krast de kurk" te herhalen
d) Vraag de persoon om de bevelen te volgen: "Ik zal je een papier geven. Als ik je het papier geef, neem het dan met je rechterhand, vouw het dubbel en leg het op de grond." Geef 1 punt voor elke goed uitgevoerde actie: pak de rechterhand op, vouw het papier en leg het op de grond.
e) Laat een kaart zien met iets geschreven voor de persoon en vraag hem om de eenvoudige volgorde te lezen die op de kaart staat. De volgorde kan bijvoorbeeld "Sluit je ogen" of "Open je mond" zijn. Geef 1 punt als de persoon het correct doet.
f) Vraag de persoon om een zin te schrijven. De zin moet minstens 1 onderwerp, 1 werkwoord en zinvol zijn. Er moet 1 punt zijn als de zin correct is. Grammaticale fouten of schrijffouten mogen niet worden overwogen.
g) Kopieer deze tekening:
Om de juiste tekening te beschouwen, moeten de 10 hoeken aanwezig zijn en moeten de afbeeldingen op 2 punten worden overgestoken, waarbij 1 punt wordt toegewezen als dit gebeurt.
Hoe het resultaat te berekenen
Om het resultaat van de test te kennen, moeten alle punten worden toegevoegd die tijdens de test zijn verkregen en vervolgens worden vergeleken met de onderstaande intervallen. De persoon wordt geacht een cognitief gebrek te hebben wanneer de score gelijk is aan of kleiner is dan:
- Bij analfabeten : 18
- In mensen met een opleiding tussen 1 en 3 jaar : 21
- In mensen met een opleiding tussen 4 en 7 jaar : 24
- Bij mensen met meer dan 7 jaar scholing : 26
De resultaten variëren afhankelijk van het onderwijs, omdat sommige vragen alleen kunnen worden beantwoord door mensen met een formele opleiding. Deze verdeling zorgt er dus voor dat het resultaat het meest geschikt is.