Gekkekoeienziekte bij mensen, wetenschappelijk bekend als de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, kan worden doorgegeven aan mensen bij het eten van vlees van besmette dieren bijvoorbeeld.
Deze ziekte is niet te genezen, omdat deze wordt veroorzaakt door prionen, die abnormale eiwitten zijn die zich in de hersenen nestelen en leiden tot de geleidelijke ontwikkeling van definitieve laesies, die symptomen veroorzaken die bij dementie voorkomen, zoals bijvoorbeeld moeite met denken of praten.
Hoewel de ziekte vrijwel altijd ontstaat na inname van besmet vlees, kan het ook worden overgedragen door direct contact met besmette menselijke weefsels, zoals in het geval van:
- Verontreinigde hoornvliestransplantatie;
- Ontoereikende implantatie van hersenelektroden;
- Injecties van gecontamineerde groeihormonen.
Deze situaties zijn echter uiterst zeldzaam omdat moderne technieken het risico op het gebruik van besmette weefsels of materialen sterk verminderen, niet alleen vanwege de gekkekoeienziekte, maar ook voor andere ernstige ziekten zoals AIDS of tetanus.
Er zijn ook gegevens van mensen die na de bloedtransfusie in de jaren tachtig met deze ziekte besmet raakten en dat is de reden waarom alle mensen die ooit bloed in hun leven hebben gekregen, geen bloed kunnen doneren omdat ze mogelijk besmet zijn geraakt, ook al hebben ze nooit symptomen gemanifesteerd.
Belangrijkste symptomen en hoe te identificeren
Symptomen van gekkekoeienziekte bij de mens zijn onder andere:
- Moeilijk spreken;
- Verlies van denkvermogen;
- Verlies van het vermogen om gecoördineerde bewegingen te maken;
- Moeilijkheden met lopen;
- Constante tremoren.
Deze symptomen verschijnen meestal 6 tot 12 jaar na de besmetting en worden vaak verward met dementie. Er zijn geen specifieke tests die de gekke koe kunnen identificeren en de diagnose wordt gesteld op basis van de gepresenteerde symptomen, vooral wanneer er meer verdachte gevallen zijn in dezelfde regio.
Mogelijke complicaties
Gekkekoeienziekte bij mensen heeft geen genezing en leidt tot de dood, maar de evolutie ervan verloopt geleidelijk en daarom ontstaan complicaties langzaam. Met de ontwikkeling van de ziekte worden de symptomen erger en leiden ze tot een progressief verlies van de capaciteiten van de persoon, die bedlegerig is, afhankelijk wordt van eten of hygiënische zorg verleent.
Hoewel deze complicaties niet kunnen worden vermeden omdat er geen behandeling is, wordt aanbevolen dat de patiënt wordt vergezeld door een psychiater, omdat er geneesmiddelen zijn die de progressie van de ziekte kunnen vertragen.