Milde mentale retardatie of lichte verstandelijke beperking wordt gekenmerkt door discrete beperkingen die verband houden met bijvoorbeeld leer- en communicatievaardigheden die zich langzaam ontwikkelen. Deze mate van verstandelijke beperking kan worden vastgesteld door middel van een intelligentietest, waarvan het intellectuele quotiënt (IQ) tussen 52 en 68 ligt.
Dit type intellectuele tekortkoming komt vaker voor bij mannen en wordt gewoonlijk als vroeg in de kindertijd beschouwd als het observeren van gedrag en leermoeilijkheden en interactie of aanwezigheid van bijvoorbeeld impulsief gedrag. De diagnose kan worden gesteld door een psycholoog of psychiater, niet alleen door het uitvoeren van intelligentietests, maar ook door het gedrag en het denken van het kind te beoordelen tijdens consultaties en rapporten van ouders of verzorgers.
Ondanks een beperkt intellectueel vermogen, kunnen kinderen met lichte mentale retardatie baat hebben bij onderwijs en psychotherapie, omdat hun vermogens worden gestimuleerd.
Belangrijkste kenmerken
Mensen met een licht verstandelijke beperking vertonen geen voor de hand liggende fysieke veranderingen, maar ze kunnen enkele kenmerken vertonen, en soms is toezicht op speciale onderwijsinstellingen om vaardigheden te stimuleren noodzakelijk, zoals:
- Gebrek aan volwassenheid;
- Weinig capaciteit voor sociale interactie;
- Zeer specifieke gedachtegang;
- Ze vertonen aanpassingsmoeilijkheden;
- Gebrek aan preventie en overmatige goedgelovigheid;
- Ze hebben het vermogen om impulsieve misdaden te begaan;
- Betrokkenheid bij het oordeel.
Bovendien kunnen mensen met lichte mentale retardatie epileptische episodes hebben en daarom moeten ze worden vergezeld door een psycholoog of psychiater. De kenmerken van lichte mentale retardatie zijn variabel onder mensen en er kan variatie zijn gerelateerd aan de mate van beperking van het gedrag.