Dyspraxie is een aandoening waarbij het brein moeite heeft met het plannen en coördineren van lichaamsbewegingen, waardoor het kind niet in staat is om zijn evenwicht te bewaren, houding te behouden en soms zelfs moeite heeft met spreken. Op deze manier worden deze kinderen vaak beschouwd als "onhandige kinderen", omdat ze vaak voorwerpen breken, struikelen en vallen zonder aanwijsbare reden.
Afhankelijk van het type beweging dat wordt beïnvloed, kan dyspraxie worden onderverdeeld in verschillende typen, zoals:
- Motorische dyspraxie : het wordt gekenmerkt door problemen bij het coördineren van spieren, het interfereren met activiteiten zoals aankleden, eten of lopen. In sommige gevallen ook gepaard gaan met traagheid om eenvoudige bewegingen te maken;
- Dyspraxie van spraak : moeite om taal te ontwikkelen, woorden op een verkeerde of onmerkbare manier uit te spreken;
- Posturale dyspraxie : het leidt tot problemen bij het handhaven van een correcte houding, bijvoorbeeld staan, zitten of lopen.
Naast kinderen kan dyspraxie ook voorkomen bij mensen die een beroerte hebben gehad of een hoofdwond hebben gehad.
Belangrijkste symptomen
De symptomen van dyspraxie variëren van persoon tot persoon, afhankelijk van het type beweging dat wordt beïnvloed en de ernst van de aandoening, maar in de meeste gevallen doen zich moeilijkheden voor bij het uitvoeren van taken zoals:
- vloer;
- springen;
- Rennen;
- Behoud balans;
- Teken of schilder;
- schrijven;
- kammen;
- Eet met bestek;
- Om de tanden te wassen;
- Spreek duidelijk.
Bij kinderen wordt dyspraxie meestal alleen gediagnosticeerd tussen de leeftijd van 3 en 5, en tot die leeftijd kan het kind als onhandig of lui worden beschouwd, omdat het veel tijd kost om de bewegingen te beheersen die andere kinderen al doen.
Mogelijke oorzaken
In het geval van kinderen wordt dyspraxie bijna altijd veroorzaakt door een genetische verandering die ervoor zorgt dat zenuwcellen meer tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen. Echter, dyspraxie kan ook optreden als gevolg van trauma of hersenletsel, zoals een beroerte of hoofdletsel, wat vaker voorkomt bij volwassenen.
Hoe de diagnose te bevestigen
De diagnose bij kinderen moet door een kinderarts worden gesteld door observatie van gedrag en evaluatie van rapporten door ouders en leerkrachten, aangezien er geen specifieke test is. Daarom wordt aanbevolen dat ouders alle vreemde gedragingen die ze bij hun kind waarnemen opschrijven, evenals met leraren praten.
Bij volwassenen is deze diagnose eenvoudig uit te voeren, omdat deze komt na een hersentrauma en vergeleken kan worden met wat de persoon eerder kon doen, wat ook uiteindelijk door de persoon zelf wordt geïdentificeerd.
Hoe is de behandeling gedaan?
De behandeling van dyspraxie gebeurt via ergotherapie, fysiotherapie en logopedie, omdat het technieken zijn die zowel de fysieke aspecten van het kind verbeteren, alsook de spierkracht, het evenwicht en de psychologische aspecten, waardoor er meer autonomie en veiligheid is. Op deze manier is het mogelijk om een betere prestatie te leveren in dagelijkse activiteiten, sociale relaties en het vermogen om te gaan met de beperkingen opgelegd door dyspraxie.
Op deze manier moet een geïndividualiseerd interventieplan worden gemaakt, volgens de behoeften van elke persoon. In het geval van kinderen is het nog steeds belangrijk om leraren te betrekken bij de behandeling en begeleiding van gezondheidswerkers, zodat ze weten hoe ze met gedrag moeten omgaan en voortdurend obstakels moeten overwinnen.
Oefeningen om thuis en op school te doen
Sommige oefeningen die kunnen helpen bij de ontwikkeling van het kind en het trainen van de technieken die worden uitgevoerd met gezondheidswerkers zijn:
- Maak puzzels : naast het stimuleren van redeneren, helpen ze het kind om een betere visuele en ruimtewaarneming te hebben;
- Moedig het kind aan om op het toetsenbord van de computer te schrijven : het is gemakkelijker dan met de hand schrijven, maar vereist ook coördinatie;
- Het aanspannen van een anti-stressbal : het stimuleert en verhoogt de spierkracht van het kind;
- Gooi een bal : het stimuleert de coördinatie en de notie van de ruimte van het kind.
Op school is het belangrijk dat leraren aandacht besteden aan het aanmoedigen van mondelinge presentaties in plaats van schrijven, niet te veel werk vragen en voorkomen dat ze wijzen op alle fouten die het kind op het werk maakt door een voor een te werken.