De tics van het tourette-syndroom zijn complexer dan het simpele knipperen van een oog. De meest complexe tics zijn ponsen en trappen, grommen en zoemen, en luide ademhaling.
Vroege diagnose kan ouders helpen begrijpen dat gedrag niet vrijwillig of kwaadaardig is en dat ze niet door straf worden beheerst.
Veel mensen met het syndroom ontwikkelen impulsief, agressief en zelfdestructief gedrag en kinderen hebben vaak leerproblemen. Hoewel het niet bekend is wat dit gedrag veroorzaakt, is de aandoening zelf of is het de grote stress van het leven met de aandoening.
Een kind met het syndroom van tourette kan herhaaldelijk zijn hoofd heen en weer bewegen, knipperend met zijn ogen, zijn mond openen en zijn nek uitstrekken. Mensen met het tourette-syndroom kunnen zonder duidelijke reden obsceniteiten spreken, vaak in het midden van een gesprek. Ze kunnen ook woorden herhalen onmiddellijk na het horen ervan (echolalie).
Antipsychotica kunnen helpen bij het onderdrukken van tics, zelfs als het geen psychose is.