Parry-Romberg-syndroom, of gewoon het syndroom van Romberg, is een zeldzame ziekte gekenmerkt door atrofie van huid, spieren, vet, botweefsel en gezichtszenuwen, waardoor esthetische vervorming ontstaat. Over het algemeen bereikt deze ziekte slechts één kant van het gezicht, maar kan deze zich uitstrekken tot de rest van het lichaam.
Deze ziekte is niet te genezen, maar medicijnen en operaties nemen helpt de progressie van de ziekte onder controle te houden.
Vervorming in gezicht van zijkant gezien Vervorming in het gezicht gezien vanaf de voorkantWelke symptomen helpen identificeren
De ziekte begint meestal met veranderingen in het gezicht net boven de kaak of in de ruimte tussen de neus en de mond, zich uitstrekkend tot de andere plaatsen van het gezicht.
Bovendien kunnen er ook andere tekens verschijnen, zoals:
- Moeilijkheden met kauwen;
- Moeilijkheid om de mond te openen;
- Rood en dieper oog in de baan;
- Val van gezichtshaar;
- Lichtere plekken op het gezicht.
Na verloop van tijd kan Parry-Rombergsyndroom nog steeds veranderingen in de mond veroorzaken, vooral in het dak van de mond, in de wangen en het tandvlees. In sommige gevallen kunnen neurologische symptomen zoals toevallen en ernstige gezichtspijn ontstaan.
Deze symptomen kunnen van 2 tot 10 jaar voortschrijden en gaan dan naar een meer stabiele fase waarin geen veranderingen in het gezicht meer optreden.
Hoe de behandeling te doen
Bij de behandeling van het Parry-Romberg Syndroom worden immunosuppressiva zoals prednisolon, methotrexaat of cyclofosfamide gebruikt om de ziekte te bestrijden en de symptomen te verminderen, omdat de hoofdoorzaken van dit syndroom auto-immuun zijn, wat betekent dat de cellen van het immuunsysteem aanvallen. de weefsels van het gezicht, die bijvoorbeeld de vervormingen veroorzaken.
Daarnaast kan het ook nodig zijn om een operatie uit te voeren, voornamelijk om het gezicht te reconstrueren, door vette, gespierde of bottransplantaties uit te voeren. De beste tijd om een operatie uit te voeren varieert van persoon tot persoon, maar het wordt aanbevolen dat deze wordt uitgevoerd na de adolescentie en wanneer het individu zijn of haar groei al heeft beëindigd.